Informatie voor Kinderen en jongeren
Iedereen is wel eens bang. Een angstig gevoel is een natuurlijke reactie die je waarschuwt voor gevaar en kan dus heel nuttig zijn. Je lichaam maakt zich klaar om te reageren zodat je kunt vluchten of vechten. Je hart gaat bijvoorbeeld sneller kloppen en je spieren spannen zich aan. Dit is een gezonde reactie. Als je problemen hebt thuis, op school of met je gezondheid, kun je je daar angstig over voelen. Deze gevoelens verdwijnen meestal weer als de problemen verdwijnen.
Soms voel je je ook wel eens bang zonder dat hier een duidelijke oorzaak voor is of ben je veel banger voor iets dan eigenlijk nodig is. Je bent bijvoorbeeld bang om naar bepaalde plekken te gaan (bijvoorbeeld een plein of het openbaar vervoer), je wilt iets niet doen omdat je het spannend vindt (zoals een spreekbeurt houden of bloed laten prikken) of je maakt je veel zorgen over van alles en nog wat, waardoor je je moeilijk kan concentreren of moeilijk in slaap komt.
Als je vaak erg bang bent, hier veel last van hebt en je bepaalde ‘normale’ of belangrijke dingen niet meer durft te doen, kan er sprake zijn van een angststoornis. Door dingen uit de weg te gaan (te vermijden), wordt de angst niet minder, maar vaak juist erger. Het kan hierdoor bijvoorbeeld steeds moeilijker worden om naar school te gaan, vriendschappen te maken en te onderhouden, leuke dingen te doen of te werken.
Als je merkt dat je angst erger wordt, blijf er dan niet mee lopen. Hoe sneller je de angstklachten behandeld, hoe makkelijker het is om ervan af te komen. Praat erover met iemand die je vertrouwt. Bijvoorbeeld je vrienden, je ouders, je leerkracht, de dokter of een vertrouwenspersoon op school.