Informatie voor Scholen

Angst is een normale en nuttige emotie die je waarschuwt voor gevaar. Bij het ontwikkelen en ontplooien van jezelf horen soms ook uitdagingen, zoals het overwinnen van angsten. Voor sommige leerlingen groeien angsten echter uit tot onneembare drempels en nog meer problemen. 

Wanneer iemand regelmatig erg angstig is, deze angst uit proportie is ten opzichte van het gevaar en aanzienlijke beperkingen geeft die het leven sterk verstoren, spreken we van een angststoornis.

Angst- en stressklachten zijn wereldwijd de meest voorkomende mentale problemen en starten vaak al in de kindertijd. Deze klachten gaan vaak niet vanzelf over en kunnen weer leiden tot andere problemen zoals eenzaamheid, middelengebruik, sociale problemen, verslechterende schoolprestaties of schooluitval.

Angstklachten worden vaak niet op tijd herkend, omdat ze zich kunnen uiten op veel verschillende manieren. Het kan zich bijvoorbeeld uiten in lichamelijke klachten, teruggetrokken gedrag, of in andere gedragsproblemen of schoolweigering. Er wordt bij dit gedrag niet altijd gekeken naar onderliggende angsten. 

Wanneer jongeren pas hulp krijgen wanneer de klachten zijn geëscaleerd, is er vaak een lang en duur behandelproces nodig, waarvoor ook nog eens lange wachtlijsten zijn. Bij het vroegtijdig ingrijpen kunnen de meeste angstklachten verholpen worden met bewezen effectieve interventies. Het is dus belangrijk om er zo vroeg mogelijk bij te zijn.

Scholen

Verschillende soorten angsten

Separatieangststoornis

Kinderen met separatieangst, ook wel verlatingsangst, zijn extreem bang om gescheiden te worden van degene aan wie ze gehecht zijn. Vaak zijn dit hun ouders of verzorgers. Wanneer kinderen gescheiden zijn ervaren ze vaak heimwee en maken ze zich enorme zorgen over de veiligheid en gezondheid van hun ouders of zichzelf. Separatieangst bij kinderen tussen de 8 en 18 maanden is een normale stap in de emotionele ontwikkeling. Er is pas sprake van een separatieangststoornis wanneer het gedrag niet meer bij de leeftijd past. 

Specifieke fobie

Kinderen met een specifieke fobie heeft een heftige angst voor een specifieke situatie, gebeurtenis, voorwerp of dier. Bijvoorbeeld een angst voor spinnen, honden, hoogtes, de tandarts of bloedprikken. Zelfs al denken aan datgene waar iemand met een specifieke fobie bang voor is zorgt voor angstige gevoelens. Vaak weet iemand wel dat de angst niet nodig is, maar krijgen ze deze toch niet onder controle. 

Sociale angststoornis

Iemand met sociale angst heeft een heftige, aanhoudende angst voor en vermijding van sociale situaties. Kinderen met deze stoornis hebben een blijvende angst om iets fout te doen of kritiek te krijgen in sociale situaties, in het bijzonder met leeftijdgenoten. Kinderen met een sociale angststoornis vermijden daarom sociale situaties, wat voor schoolweigering kan zorgen. 

Gegeneraliseerde angststoornis

Kinderen met een gegeneraliseerde angststoornis zijn overmatig angstig en bezorgd over dagelijkse onderwerpen. Zonder dat er een directe aanleiding is, piekeren ze veel over dingen die zouden kunnen gebeuren. Ze maken zich bijvoorbeeld zorgen over wat er in de wereld gebeurt, geld, gezondheid van zichzelf en van dierbaren, school of werkprestaties, vrienden of een mogelijke echtscheiding van hun ouders.  

Paniekstoornis/agorafobie

Kinderen en jongeren met een paniekstoornis hebben regelmatig paniekaanvallen zonder dat hier een duidelijke oorzaak voor is. Deze aanvallen komen onverwacht. Een paniekaanval bestaat uit bijvoorbeeld een verhoogde hartslag, transpiratie, duizeligheid, flauwvallen en misselijkheid. Vaak zijn deze paniekaanvallen zo vervelend dat er ook een angst ontstaan voor het krijgen van een paniekaanval. Dit kan ervoor zorgen dat je drukke situaties waaruit je niet gemakkelijk weg kan gaat vermijden. Je durft dan bijvoorbeeld niet meer met het openbaar vervoer, boodschappen te doen of naar een druk plein. Sommige mensen durven zelfs helemaal niet meer naar buiten. Dit wordt ook wel agorafobie (pleinvrees) genoemd.

Tips

Tips
  • Creëer een veilige en vertrouwde sfeer waarin gepraat kan worden over angst en andere problemen
  • Heb een signalerende rol
  • Neem de angst van het kind serieus
  • Stimuleer leerlingen om spannende situaties aan te gaan, zonder ze hiertoe te dwingen